19221 |
zijn woede luchten |
afreageren:
aafreagere (L321a Ittervoort)
|
zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18360 |
zijspleet in de overrok |
schreursgat:
[Van Dale: schreur (van schroden, snijden, i.h.b. ook kleren), <gew.> kleermaker.]
schreursgaat (L321a Ittervoort)
|
zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24725 |
zijtak |
uittak:
oettak (L321a Ittervoort)
|
Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25318 |
zil, maat van 2500 m2 of kwart bunder |
bunder:
boonder (L321a Ittervoort)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 2500 vierkante meter, dat is 1/4 bunder (=10.000 vierkante meter) [zil] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18816 |
zin (lust) |
goesting:
goesting (L321a Ittervoort)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20166 |
zindelijk |
proper:
al proper (L321a Ittervoort)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
slaan:
slaon (L321a Ittervoort)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33721 |
zoden afsteken |
steken:
stē̜kǝ (L321a Ittervoort)
|
Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b]
I-8
|
20283 |
zogen, voeden (overg.) |
zelf voeren:
zelf voore (L321a Ittervoort)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
18636 |
zomerkapmanteltje |
pelerinetje (<fr.):
pelerienke (L321a Ittervoort)
|
kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)]
III-1-3
|