e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

Gevonden: 1252
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brandmuur tussen woonhuis en stal brandgevel: brant˲gēvǝl (Jabeek), tussenmuur: tø̜sǝmūr (Jabeek) De scheidingsmuur tussen het woongedeelte en de stallen van de boerderij. Doorgaans is dit de muur waartegen, aan de woonhuiskant, ook de schouw is aangebracht en die tot in de nok is opgetrokken. [N 5A, 22g en 32a; N 31, 41d; A 49, 6b] I-6
breekhamer kaphamer: kaphāmǝr (Jabeek) Metselaarsgereedschap dat wordt gebruikt voor het behakken van metselstenen. De kop van de breekhamer heeft doorgaans een dik vierkant uiteinde en een verticale, spits toelopende staart waarmee gekapt wordt. Zie ook afb. 11. [N 30, 18a] II-9
bretel help: helpe (Jabeek) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
broek: algemeen broek: brook (Jabeek, ... ) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broekland, moeras zomp: zomp (Jabeek) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp broekspijp: brookspiepe (Jabeek) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem riem: reem (Jabeek) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter vottentas: vottetesj (Jabeek) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij broekentas: (brooke)tsj (Jabeek) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broer: brōr (Jabeek) broeder [DC 05 (1937)] III-2-2