e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

Gevonden: 1252
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metworst braadworst: braotwôôsj (Jabeek) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
middagmaal middag, de -: middig (Jabeek), middageten: middig èətə (Jabeek) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
mier aamzeik: eigen spellingsysteem  aomzēēk (Jabeek) mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenei amezeikenei: eigen spellingsysteem  aomzēēkenei (Jabeek) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop aamzeikennest: eigen spellingsysteem  aomzēēkenèst (Jabeek) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mist, nevel (alg.) mist: mis (Jabeek) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] III-4-4
moeder mam: mam (Jabeek), mem: vroeger hoorde men wel eens - helemaal niet deftig - : mem  mɛm (Jabeek), moeder: moder (Jabeek), mōdər (Jabeek) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
moeite moeite: meute (Jabeek) moeite; hij geeft zich moeite [DC 03] III-1-4
moer moer: moor (Jabeek) konijn, vrouwtje [DC 04 (1936)] III-2-1
moeras ven: vęn (Jabeek), zomp: zomp (Jabeek) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8