e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijsen keken: kèke (Jeuk) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krijt krijt: en steuk wit kruit (Jeuk), ne peil wit kruid (Jeuk) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) jagen: jauge (Jeuk) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)] III-3-2
krioelen krioelen: krioele (Jeuk), wemelen: wemele (Jeuk) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] || Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: kroep (Jeuk, ... ) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar kroezelhaar: kroezelhaar (Jeuk) Kroeshaar (kroezelen, kroezelhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
krom, met bochten krom: kromp (Jeuk) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] III-4-4
krommen, ombuigen buigen: buige (Jeuk), krom maken: kromp maoke (Jeuk), omplooien: emploeiwjen (Jeuk) Krommen: een kromme gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien, krom maken) [N 108 (2001)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || Ombuigen: een andere richting geven (ombuigen, (om)plooien) [N 108 (2001)] III-1-2
krompasser beenpasser: bēnpɛsǝr (Jeuk) Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b] II-11
kroonluchter luster: luster (Jeuk) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3