e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidegom man: man (Jeuk) de bruidegom [brudejam] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruidjes (Jeuk) Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] III-3-3
bruidsjapon trouwkleed: traakliejd (Jeuk) de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsjonker mannetje: menneke (Jeuk) de bruidsjonker [brönker] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsmeisje bruidsmeidje: bruidsmedske (Jeuk) het bruidsmeisje [brönkesje] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidspaar koppel: koppel (Jeuk) het bruidspaar [N 96D (1989)] III-2-2
bruidssluier voile: vool (Jeuk) de sluier van de bruid, trouwsluier [sleuer] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsstoet bruidsstoet: braadsstoet (Jeuk) de bruidsstoet [broeds-tsoch] [N 96D (1989)] III-2-2
bruiloft bruiloft: brelef (Jeuk) de bruiloft, het huwelijksfeest [hoeëchtsiet] [N 96D (1989)] III-2-2
brullen brallen: bralǝ (Jeuk) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11