21555 |
frankrijk |
frankrijk:
Ve hebbe en Vrankrijk gezeete (P219p Jeuk)
|
Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
30981 |
franse hak |
hoge vers:
hugǝ vas (P219p Jeuk)
|
Een bijzonder model hak, ongeveer 7 cm hoog, zo breed als een gulden en sierlijk van lijn. Zie afb. 34. [N 60, 126b; N 60, 126d]
II-10
|
24315 |
fret |
fret:
fret (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)] || fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)]
III-4-2
|
25240 |
fris weer |
koud:
kaaat (P219p Jeuk)
|
tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17598 |
fronsen |
fronselen:
fronsele (P219p Jeuk),
PLAATS: de informant geeft als kerkdorp Jeuk/Hasselbroek op.
fronsele (P219p Jeuk),
rimpelen:
PLAATS: de informant geeft als kerkdorp Jeuk/Hasselbroek op.
rimpele (P219p Jeuk)
|
Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] || Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
20586 |
fruit bewaren |
mouten:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51
maai-te (P219p Jeuk),
maate (P219p Jeuk)
|
leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
19727 |
fuchsia |
belletjes:
bellekes (P219p Jeuk),
klokjes:
\'ook\'
kløͅkskəs (P219p Jeuk)
|
Fuchsia (fuchsia). Halfheesters of heesters, soms zelfs boompjes met meestal kruisgewijs staande bladeren. De bloemen zijn kelkvormig (bellekesbloem, bel, klok). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
19094 |
futloze jongen |
kemel:
kemel (P219p Jeuk)
|
Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
25233 |
gaan liggen (van de wind) |
gaan liggen:
gie ligge (P219p Jeuk)
|
gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20530 |
gaar |
murw:
gekookt
meurf (P219p Jeuk)
|
overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|