e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knikker add. visje: glas met fijne streepjes  veske (Jeuk) Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkerkuiltje kuiltje: kàlke (Jeuk), kuiltje  køͅlkə (Jeuk), putje: pətje (Jeuk) het holletje in de grond bij t knikkeren [kuil, kuiltje, putje, O, demke] [N 112 (2006)] || Het holletje in de grond bij t knikkeren [kuil, kuiltje, putje, O, demke]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkers laten rollen schieten: skieten (Jeuk), trullen: trolle (Jeuk), trulle (Jeuk) knikkers laten rollen [druilen, trullen, dullen, reuzelen, dreutelen] [N 112 (2006)] || Knikkers laten rollen [druilen, trullen, dullen, reuzelen, dreutelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkers laten stuiteren: knikkeren klitseren: klitsere met de mauweje (Jeuk), maaien: knikkers  mauweje (Jeuk), met de maaien spelen: met de maaje spelen (Jeuk) knikkers laten stuiteren in het knikkerspel [bonken, kletsen] [N 112 (2006)] || Knikkers laten stuiteren in het knikkerspel [bonken, kletsen]. [N 88 (1982)] III-3-2
knipogen een oogje maken: een oogje maken (Jeuk), een oogje pitsen: een oogje pitsen (Jeuk), pinken: pinke (Jeuk), pitsogen: pitsoogen (Jeuk) knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] || Knipogen: een oog even sluiten en weer openen, als teken van verstandhouding (knipogen, pinken). [N 84 (1981)] III-1-1
knippatroon patroon: pǝtruwn (Jeuk) Een naar de vereiste vorm geknipt of te knippen stuk papier, waarnaar de stof voor kledingstukken geknipt wordt. [N 59, 48a; N 62, 4; MW; monogr.] II-7
knippen, snijden snijden: snęǝ (Jeuk) Het uitsnijden van het patroon uit de stof of de stof met de schaar volgens patroon in stukken verdelen. Het object stof, patroon, kleed, stuk is bij de woordtypen knippen en snijden niet gedocumenteerd. [N 59, 50; N 62, 3; Gi, 1.IV, 21; MW] II-7
knipvlies vliesje: Opm. v.d. invuller: is niet te genezen.  vliesje (Jeuk) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: knipvlies (derde ooglid dat zichtbaar wordt)? [N 93 (1983)] III-3-2
knoeien, morsen, bevuilen begaden: begaoje (Jeuk), besmodderen: besmodderen (Jeuk), smerig maken: smeerig maken (Jeuk) bevuilen [ZND 32 (1939)] III-4-4
knoeier modderaar: moddereer (Jeuk) iemand die zijn werk steeds verwaarloost [hordserd] [N 85 (1981)] III-1-4