31236 |
luchtregelaar |
kraan:
krǭwn (P219p Jeuk),
schuif:
sxø̜̄jf (P219p Jeuk)
|
De klep, schuif of kraan waarmee men de luchttoevoer uit de luchtleiding naar het vuur toe regelt. In L 290 en L 291 was een luchtregelaar bij een blaasbalg niet gebruikelijk, bij een ventilator daarentegen wel. Zie voor het woordtype foch ook RhWb (II), kol. 696, s.v. Foche: "Schieber im Ofenrohr, der den Luftzug hemmt oder fordert, Regulierklappe. [N 33, 18; N 33, 17]
II-11
|
18918 |
lui |
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
leu (P219p Jeuk),
niet scheutig:
nie skeutig (P219p Jeuk)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)] || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
mensen:
minsə (P219p Jeuk),
minsən (P219p Jeuk),
rijke minschen (P219p Jeuk)
|
mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] || volk [RND]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
keken:
keeke (P219p Jeuk),
schreeuwen:
ook materiaal znd 28, 53
schrieven (P219p Jeuk)
|
luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] || zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23217 |
luiden |
luiden:
de klok luiën (P219p Jeuk),
luije (P219p Jeuk)
|
De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23252 |
luiden voor de mis |
luiden voor de mis:
het ledt v d mis (P219p Jeuk)
|
Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)]
III-3-3
|
23474 |
luiden voor een begrafenis |
luiden:
löt (P219p Jeuk)
|
Het luiden bij de begrafenis [t loet tsóm jraaf?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18919 |
luieren |
lanterfanten:
lanterfanten (P219p Jeuk)
|
zijn tijd met nietsdoen doorbrengen en ook geen zin hebben om iets te doen [luieren, luibroeken, luierikken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20281 |
luiermand |
kinderbanst:
cf. WLD dl. II. , afl. 12, lemma "mand"p. 185 type "banst"etc.
keenerbaas (P219p Jeuk),
kinderkorf:
kengerkeurf (P219p Jeuk)
|
korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)]
III-2-2
|
22146 |
luikjes of valdeurtjes in het binnendeksel van een duivenmand |
afscheiding:
afscheiding (P219p Jeuk)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: luikjes en valdeurtjes in het binnendeksel? [N 93 (1983)]
III-3-2
|