e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk kalf varrenkalf: vɛ̄rǝ[kalf] (Jeuk) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk schaap bok: bok (Jeuk), weer: wēr (Jeuk), węi̯r (Jeuk) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif davon: daavon (Jeuk, ... ), davoo (Jeuk), dà`v- (Jeuk) Doffer. [Goossens 1b (1960)] || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)] || Hoe heet de mannelijke duif? [N 93 (1983)] III-3-2
mannelijke eend wendel: wēǝndǝl (Jeuk) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Jeuk), buq (Jeuk), geitenbok: gēi̯tǝnbuk (Jeuk), mannetje: mɛnǝkǝ (Jeuk) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke haas haas: houwes (Jeuk) Haas, mannetjeshaas [N 94 (1983)] III-4-2
mannelijke hond, reu mannetje: menneke (Jeuk), reu: røͅij (Jeuk) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] || reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kaaëter (Jeuk), kōͅətər (Jeuk), kát (Jeuk) kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
mannelijke merel malloo: melon (Jeuk) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannelijke vis milter: məlter (Jeuk) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2