29513 |
schraal |
dun:
døn (P219p Jeuk)
|
Gezegd van terpentine die niet vet is. [N 67, 75d]
II-9
|
18133 |
schram |
krets:
krets (P219p Jeuk),
krèts (P219p Jeuk)
|
Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] || Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab, krets). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18136 |
schrammen |
kretsen:
kretsen (P219p Jeuk),
schrabben:
skrabben (P219p Jeuk)
|
Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, (s)krassen, krabbe(le)n). [N 107 (2001)] || Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17947 |
schrede |
schrede:
schree (P219p Jeuk),
skree (P219p Jeuk),
trede:
treed (P219p Jeuk)
|
een schrede (zover men ineens kan stappen) [ZND 42 (1943)] || Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
brullen:
brølǝ (P219p Jeuk),
keken:
kēkǝ (P219p Jeuk),
kweken:
kwèike (P219p Jeuk)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)]
I-12, III-3-1
|
21768 |
schrijven |
kribbelen:
kribbelen (P219p Jeuk),
schrijven:
skrijve (P219p Jeuk)
|
Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)], [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24373 |
schrijvertje |
watervlieg:
wettervlieg (P219p Jeuk)
|
schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)]
III-4-2
|
22449 |
schrikkeldag |
schrikkeldag:
sprokkeldag (P219p Jeuk)
|
29 februari (in een schrikkeljaar). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18871 |
schrikken |
verschrikken:
verskrikke (P219p Jeuk)
|
door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19411 |
schroeien |
verbranden:
verbannen (P219p Jeuk),
verbrannen (P219p Jeuk)
|
Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|