e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dunne zijden dameskous merceriskous (<fr.): mɛrse.rize}-kousen (Kanne) mercérisé: dikke zijden kousen III-1-3
durven durven: dø͂ͅrvə (Kanne) durven [ZND m] III-1-4
duur duur: deur (Kanne) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
duwen duwen: douə (Kanne), døüə (Kanne) duwen [RND] III-1-2
dwarsdrijven in het terwars zitten: in `t jiaas zətten (Kanne) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver terwarsdrijver: wat ənə djiaasdrijver (Kanne), vregelaar: Wordt ook gezegd, van vrêgele (ww.).  vrêgelêr (Kanne) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): o.dəklujn (Kanne), oo de klojn (Kanne) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] || eau de Cologne: reukwerk III-1-3
eczeem eczema: ègkzeema (Kanne) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
eed eed: eid (Kanne) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eeltwrat, zweelwrat sporen: spǭrǝ (Kanne) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9