e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keerstrook, wendakker kopstuk: kǫpstø̜k (Kanne), voordel: vy ̞ø.ldǝr (Kanne), vø̄dǝl (Kanne) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen bellen: beelen (Kanne, ... ), keffen: keffen (Kanne, ... ) keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kegels (mv.) kegels: mitə ki:gəls wø:t ne:tmi gəspɛ:lt (Kanne) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: kaldər (Kanne) kelder [RND] III-2-1
kerel kerel: kɛ:rəl (Kanne), kɛ:əl (Kanne) kerel [RND] III-3-1
keren draaien: drɛ̄i̯ǝ (Kanne) Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.] I-1
kerk kerk: hər wor tə vr"x en də kēͅrək (Kanne) te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)] III-3-3
kerkhof kerkhof: het kērkof (Kanne), hət kärkof (Kanne), o  ’t kɛ:rəkoͅəf (Kanne) Kerkhof. [ZND 14 (1926)] III-3-3
kermis foor: Cfr. wa. fôre.  fwa:r (Kanne), Li - a Lîdje.  fo:r (Kanne), fte (fr.): Fête (feste, Ofra.):  fɛ:t (Kanne), kermis: ki:rməs (Kanne), Fête (feste, Ofra.):  kɛ:rmYs (Kanne) Foire: de - van Luik. || Fête (ofr. feste): 2. kermis. || Fôre: feest van de stad Luik gedurende de ganse maand October. || kermis [RND] III-3-2
kermisgeld kermiscent: kèermèssàènt (Kanne) een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi] [N 112 (2006)] III-3-2