32739 |
keerstrook, wendakker |
kopstuk:
kǫpstø̜k (Q188p Kanne),
voordel:
vy ̞ø.ldǝr (Q188p Kanne),
vø̄dǝl (Q188p Kanne)
|
Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.]
I-1
|
19926 |
keffen |
bellen:
beelen (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne),
keffen:
keffen (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne)
|
keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
22789 |
kegels (mv.) |
kegels:
mitə ki:gəls wø:t ne:tmi gəspɛ:lt (Q188p Kanne)
|
met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND]
III-3-2
|
19664 |
kelder |
kelder:
kaldər (Q188p Kanne)
|
kelder [RND]
III-2-1
|
21283 |
kerel |
kerel:
kɛ:rəl (Q188p Kanne),
kɛ:əl (Q188p Kanne)
|
kerel [RND]
III-3-1
|
29111 |
keren |
draaien:
drɛ̄i̯ǝ (Q188p Kanne)
|
Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.]
I-1
|
23214 |
kerk |
kerk:
hər wor tə vr"x en də kēͅrək (Q188p Kanne)
|
te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)]
III-3-3
|
20256 |
kerkhof |
kerkhof:
het kērkof (Q188p Kanne),
hət kärkof (Q188p Kanne),
o
’t kɛ:rəkoͅəf (Q188p Kanne)
|
Kerkhof. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
22803 |
kermis |
foor:
Cfr. wa. fôre.
fwa:r (Q188p Kanne),
Li - a Lîdje.
fo:r (Q188p Kanne),
fte (fr.):
Fête (feste, Ofra.):
fɛ:t (Q188p Kanne),
kermis:
ki:rməs (Q188p Kanne),
Fête (feste, Ofra.):
kɛ:rmYs (Q188p Kanne)
|
Foire: de - van Luik. || Fête (ofr. feste): 2. kermis. || Fôre: feest van de stad Luik gedurende de ganse maand October. || kermis [RND]
III-3-2
|
22462 |
kermisgeld |
kermiscent:
kèermèssàènt (Q188p Kanne)
|
een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi] [N 112 (2006)]
III-3-2
|