e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtpijpen luchtpijpen: löchtpie:p (Kaulille) Luchtpijpen (loospijpen). [N 109 (2001)] III-1-1
lucifer stekje: stekske (Kaulille, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  zo luie lens hit em onder (Kaulille), zoeë lui als ’n verkes (Kaulille) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) mensen: minsən (Kaulille), rieke minse (Kaulille) mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
luias luias: lø̜jas (Kaulille), zakkenaandrijver: zakǝ-āndrivǝr (Kaulille) De as waarop de luireep of luiketting gewonden wordt. Zie ook afb. 65. De as is in functie vergelijkbaar met de rol van het luiwerk in watermolens. Zie ook het lemma ɛrolɛ.' [N O, 25g; A 42A, 45] II-3
luid schreien beuken: ook materiaal znd 28, 53  beuken (Kaulille) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: de klok loejen (Kaulille), de klok luien (Kaulille) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luiden voor de mis luiden voor de mis: het loejt veur de mès (Kaulille), het loeït vur de mës (Kaulille) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luier doek: dók (Kaulille), doekje: dúkske (Kaulille), pisdoek: pesdōk (Kaulille), pisdoekje: pesdūkskə (Kaulille) luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2
luiermand kindermand: kindermand (Kaulille), kindskorf: kindskurf (Kaulille), kinskurf (Kaulille) korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)] III-2-2