| 18852 |
vriendelijk |
gesprekelijk:
gesprieëkelik (L318a Keent),
vriendelijk:
vrîntelek (L318a Keent),
vrûntelek (L318a Keent)
|
vriendelijk
III-1-4
|
| 25203 |
vriesweer |
vriesweer:
vreeswaer (L318a Keent)
|
vriesweer
III-4-4
|
| 25200 |
vriezenx |
vriezen:
- Weerts (ook wel stadweerts genoemd): vruusj, vroeër, gevroeëre. - het Nederweerts en het Ospels: vrusj, vroôr, gevroôre. ps. JK nakijken!
vreeze (L318a Keent)
|
vriezen
III-4-4
|
| 20316 |
vrijgezel |
in het ossenboek staan:
dan zegt men: hae stieët int ossebook
hae stieët int ossebook (L318a Keent)
|
als een man 30 wordt en nog steeds geen verkering heeft
III-2-2
|
| 19342 |
vrolijk |
vrolijk:
vroeëlik (L318a Keent)
|
vrolijk
III-1-4
|
| 20155 |
vrouw, vrouwspersoon |
vrouw:
vraw (L318a Keent),
vrouw (L318a Keent),
vrouwmens:
vrowmes (L318a Keent),
wijf:
wiêf (L318a Keent)
|
vrouw || vrouw of meisje || wijf
III-2-2
|
| 24354 |
vrouwelijk dier |
wijfje:
wiefke (L318a Keent)
|
wijfje, vrouwelijk dier
III-4-2
|
| 34308 |
vrouwelijk varken |
zoog:
zuǝx (L318a Keent)
|
Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
| 20467 |
vrouwziek |
ketser:
cf. WNT s.v. "ketsen (II)"= "jagen, aan-, op-, voortjagen"; WNT s.v. "ketser (II)"looper, zwierder, nachtlooper....
ketsert (L318a Keent),
veger:
vaeger (L318a Keent)
|
meisjesgek
III-2-2
|
| 24515 |
vrucht zetten |
spenen:
speene (L318a Keent)
|
vruchtvormen
III-4-3
|