e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bed opmaken en verschonen verschonen: vərsxy(3)̄ənə (Keent) verschonen, schone lakens op het bed doen III-2-1
beddenbak, ressortbak ressortbak: rəsōͅrbak (Keent) bak met springveren in bed, waarover matras wordt gelegd (voorloper binnen veermatras) III-2-1
beddengoed beddengerei: bɛdəgreͅi̯ (Keent), beddengoed: bɛdəgōt (Keent) beddegoed III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Keent) laken III-2-1
beddenwarmer kruik: krū.k (Keent) kruik (voor in bed) III-2-1
bedriegen bedriegen: bedreêge (Keent), belazeren: belaazere (Keent), besodemieteren: besoodemietere (Keent), bezeiken: bezeîke (Keent), fotsen: fótse (Keent), kloten: kloeëte (Keent), verneuken: vernuuëke (Keent) bedonderen || bedriegen || bedriegen, beetnemen, voor de gek houden || bedriegen, knoeien || bedriegen, voor de gek houden III-1-4
bedrieger godsverneuker: gotsvernuuëker (Keent) bedrieger III-1-4
bedroefd droef: dreuf (Keent), droevig: dreuvig (Keent) droevig III-1-4
bedsprei sprei: spreͅi̯ (Keent) sprei, gewatteerde deken III-2-1
beekprik negenoog: vis  nuuëgeoug (Keent) rivierprik III-4-2