e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hinken hinkelen: hinkələ (Kelpen) Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hoo.k (Kelpen) de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] III-4-4
hoepel hoepel: hoepel (Kelpen), reep: reip (Kelpen) a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] III-3-2
hoepelen repen: reipe (Kelpen) b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] III-3-2
hogen hogen: hûugə (Kelpen) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] III-3-1
hok om te paren kweekhok: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  kweekhok (Kelpen) een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
hoklijst hoklijst: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  hoklie.st (Kelpen) Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)] III-3-2
hommel hommel: WLD  hommel (Kelpen) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] III-4-2
homp brood korst: korst (Kelpen), stomp: stomp (Kelpen) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3
hondenhok hondskooi: hondskooi (Kelpen), hondskot: hons-kot (Kelpen) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1