e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sinterklaas sinterklaas: Tsinterkloas (Kerkrade), vgl. pag. 244 sub telder, bord, schaal: Dr - zetse, omstreeks Sinterklaas een bord bij de schoorsteen neerzetten.  Tsinterkloas (Kerkrade) 6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)] || Sinterklaas. III-3-2
sintjanskruid johanneskruid: johan’neskroed (Kerkrade) johanneskruid III-4-3
sjabloneren sjabloneren: šablonērǝ (Kerkrade) Het werken met uitgesneden modelvormen. [N 67, 87a] II-9
sjabloon spritsmuster: špritsmustǝr (Kerkrade) Stuk bordpapier of dun plaatmateriaal waarin een bepaald figuur of patroon is uitgesneden. Door het uitgesneden gedeelte met verf in te vullen, kan het patroon naar believen worden herhaald. Het spritsmuster (Q 121) werd gebruikt in combinatie met een mondspuit om op wanden een motief aan te brengen. [N 67, 87b; div.] II-9
sjalot sjalot: sjalot (Kerkrade), ideosyncr.  sjalot (Kerkrade) [DC 13 (1945)]Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] I-7
sjees sjees: šēs (Kerkrade), sjees (<fr.): sjees (Kerkrade) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] || Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13, III-3-1
skip skip: skep (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Bak waarmee kolen in grote hoeveelheden door de schacht vervoerd kunnen worden zonder dat daarbij gebruik gemaakt hoeft te worden van mijnwagens. Volgens de invuller uit Q 121 werd skipvervoer maar op enkele mijnen toegepast. De Domaniale, de mijn waarvoor hij invult, kende dit systeem bijvoorbeeld niet. [N 95, 77; monogr.] II-5
skipvervoer skipvorderung: skepvø̜rdǝroŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma]) Kolenvervoer in een hoofdschacht met behulp van een skip. [monogr.] II-5
sla, algemeen kopsalade: kop’sjlaat (Kerkrade), meikrop: mai’krop (Kerkrade), salade: ook het gerecht  sjlaat (Kerkrade), snijsalade: sjnie’sjlaat (Kerkrade) kropsla || kropsla, eerste || sla || snijsla I-7
slaan houwen: boŋg ɛn blāuw jəhaouwə (Kerkrade), hou dieg um də oeərə (Kerkrade), houw dich um die oere (Kerkrade), houwe (Kerkrade), hòwə (Kerkrade), slaan: schloa (Kerkrade), sjloaën diech a-jen oër (Kerkrade), šlôə (Kerkrade) bont en blauw geslagen [RND] || ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)] III-1-2