18231 |
tong van een schoen |
tong:
tsong (Q121p Kerkrade)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20893 |
tongenworst |
tongenworst:
tson’gewoeësj (Q121p Kerkrade)
|
tongeworst
III-2-3
|
21382 |
toonbank |
teek:
Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.
tieëk (Q121p Kerkrade)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30584 |
torengoud |
dobbel bladgoud:
dubǝl blatjōt (Q121p Kerkrade)
|
Bladgoud zoals dat bijvoorbeeld voor het vergulden van de haan van de kerktoren wordt gebruikt. Het is volgens de invuller uit L 267 dikker in doorsnede dan normaal bladgoud. [N 67, 11c]
II-9
|
23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
haan (Q121p Kerkrade),
toerhaan (Q121p Kerkrade)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23456 |
torenspits |
spits:
sjpits (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)] || De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23300 |
torenuurwerk |
kerkuur:
kirchoer (Q121p Kerkrade)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24256 |
torenvalk |
stootsvogel:
sjtôêsvôêjel (Q121p Kerkrade)
|
valk: torenvalk (34 bekende vogel met spitse vleugels; vliegt vrij langzaam; hangt vaak stil in de lucht en laat zich dan vallen om een muis o.i.d. te vangen; broedt in boomnest of in torens [N 09 (1961)]
III-4-1
|
28362 |
torpedo |
torpedo:
torpedo (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Willem-Sophia])
|
Het gewicht dat, nadat de remschijftransporteur is verplaatst, door de leidpijp naar beneden wordt gelaten. Wanneer de torpedo beneden is aangekomen, wordt de transportketting eraan vastgemaakt en het geheel kan dan door de machine naar boven worden getrokken. [N 95, 666]
II-5
|
22025 |
tortelduif |
lachduif:
laachdoef (Q121p Kerkrade),
laach’doef (Q121p Kerkrade),
laXduf (Q121p Kerkrade),
tortelduif:
tòrteldoef (Q121p Kerkrade)
|
Een tortelduif. [ZND A1 (1940sq)] || Lachduif, tortelduif. || tortel (28 bekende zomervogel; slank en lichtbruin; nestje meestal in hoge struiken; roep [toerrrrr, toerrrrr] [N 09 (1961)] || tortelduif
III-3-2, III-4-1
|