e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zool zool: zǭl (Kerkrade) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zool van een schoen lap: lap (Kerkrade), schoenslap: sjongslap (Kerkrade), zool: zaol (Kerkrade), b.v. -e va mieng sjong.  zoal (Kerkrade) schoenzool || zool || zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom zoom: zōm (Kerkrade) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoomsteek zoomsteek: zōmštex (Kerkrade) De zoomsteek wordt gebruikt om zomen en omslagen zo onzichtbaar mogelijk tegen de buitenstof aan te stofferen (Gerritse, pag. 45). Zie afb. 37. [N 62, 16a; monogr.] II-7
zoon jong: jong (Kerkrade, ... ), zoon: zo(o)n (Kerkrade), zoen (Kerkrade), zoon (Kerkrade, ... ), zoën (Kerkrade) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || 01; zoon || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zorgen voor controleren: kontrolere (Kerkrade) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zout zout: zauts (Kerkrade), zoaëts (Kerkrade), zò:ts (Kerkrade) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zoutvat zoutsduppen: zōͅts˂døpə (Kerkrade) stenen zoutpot III-2-1
zuchten kuimen: kuumme (Kerkrade), zuchten: zuuetse (Kerkrade), züte (Kerkrade), züü-ete (Kerkrade) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen lotsen: loetsje (Kerkrade, ... ), zuigen: zoege (Kerkrade, ... ), zōēre (Kerkrade) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3