e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessenich

Overzicht

Gevonden: 1585
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boerenkool boerenmoes: Syst. Frings  burəmōs (Kessenich), kool: Syst. Frings  kyəl (Kessenich) Boerenkool (boeremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
boerenkoolstamppot moespotage: Syst. Frings  mōspətāzi (Kessenich) Stamppot van aardappelen en boerenkool [N 16 (1962)] III-2-3
boerenvlaai vlaai: Syst. Frings  flāi̯ (Kessenich), vlāi̯ (Kessenich) Grote boerenvla (vlaam?) [N 16 (1962)] III-2-3
bokking bokking: bueking (Kessenich) bokking, gerookte haring [ZND 24 (1937)] III-2-3
boog boog: beugske  boͅg (Kessenich) Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)] III-3-2
boomgaard bongerd: boŋərt (Kessenich), būngert (Kessenich), boomgaard: baumgaart (Kessenich), boͅu̯mgārt (Kessenich), fruitwei: fruitweij (Kessenich), frøͅi̯t[wei} (Kessenich) boomgaard [ZND 22 (1936)] I-7
boon, algemeen boon: buǝn (Kessenich) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boot(je) boot(je): buetje (Kessenich) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telder: teͅi̯ər (Kessenich), teͅljər (Kessenich) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borg blijven borg blijven: beurg bliven veur eemes (Kessenich), börg blive veur eemes (Kessenich), u: stomme e  burg blieve veur eeməs (Kessenich) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1