e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korenmijt zetten zetten: zętǝ (Ketsingen) Het maken van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Het object van de overgankelijke werkwoorden is steeds: een korenmijt, of, kortweg, koren. [N 15, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
korf korf: kø̜rǝf (Ketsingen) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korset korset (<fr.): koͅrsét (Ketsingen) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
korte broek korte broek: koͅtə bruk (Ketsingen) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? caleon (fr.): kálso͂ (Ketsingen) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas halve lange rok: hāvə laŋə roͅk (Ketsingen) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kortwieken afsnijden: ǭfsnai̯ǝ (Ketsingen) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kosten gelden: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de @ staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  geͅlə (Ketsingen), kosten: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de # staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  koͅstə (Ketsingen) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: kɛrbənoͅt (Ketsingen) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
koud, mistig en somber weer nevelsachtig: nyfsle͂ͅtəx (Ketsingen), nevelslucht: nyfsloͅx (Ketsingen) mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] III-4-4