e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriesweer hel: heͅl (Ketsingen) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx vriezen: vrīzə (Ketsingen) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vrouw vrouw: vro.uw (Ketsingen), vroͅuw (Ketsingen), wijf: wa:if (Ketsingen) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk jong van de geit germ: gęrǝm (Ketsingen) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kuiken pul: pøl (Ketsingen) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijke kip hen: hin (Ketsingen) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkleren vrouwluikleren: vrøləkléjər (Ketsingen) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? hemd: hímə (Ketsingen) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
waaienx waaien: we͂ͅə (Ketsingen) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
wafel wafel: wáfəl (Ketsingen) Wafel [N 16 (1962)] III-2-3