| 34638 |
hoofdbord |
kop:
kǫp (Q111p Klimmen),
kraan:
krān (Q111p Klimmen)
|
Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr]
I-13
|
| 32244 |
hoofdbordsteunen |
kraanstekken:
krānštɛkǝ (Q111p Klimmen)
|
De twee houten of metalen steunen die de verbinding vormen tussen de bovenzijde van het hoofdbord en de berries van de kruiwagen. Het hoofdbord krijgt daardoor extra stevigheid. Zie ook afb. 203 en het lemma ɛhoofdbordɛ in wld I.13, pag. 90.' [N G, 53e]
II-12
|
| 18187 |
hoofddoek |
kopdoekje:
kopdeuksjke (Q111p Klimmen),
plag:
plak (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
plaggetje:
pléksjke (Q111p Klimmen)
|
hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 20767 |
hoofdkaas |
hoofdkaas:
huidkeies (Q111p Klimmen),
huit-kiees (Q111p Klimmen),
hoofdvlees:
huidvleisj (Q111p Klimmen),
høͅi̯t˃vleͅi̯š (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
lubbes:
löbbes (Q111p Klimmen)
|
hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 23305 |
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen |
kap:
kap (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)]
III-3-3
|
| 19654 |
hoofdkussen |
kussen:
køͅsə (Q111p Klimmen)
|
hoofdkussen [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 24344 |
hoofdluis |
luis:
vrij naar het WLD
lōēs (Q111p Klimmen),
lūūs (Q111p Klimmen),
’n lōēs (Q111p Klimmen),
pietje:
vrij naar het WLD sarc.
pietjes (Q111p Klimmen)
|
hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 27231 |
hoofdopzichter |
hoofd:
hōft (Q111p Klimmen [Maurits]),
oberstijger:
ōbǝrštīgǝr (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
Boven de meester-opzichter staat de hoofdopzichter. Deze heeft de leiding over de ondergrondse werken. De conducteur in de Belgische mijnen heeft de chef-porions onder zich en de ingenieurs boven zich. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 247]
II-5
|
| 19965 |
hoofdpeluw |
hoofdpeluw:
huipel (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
matras
III-2-1
|
| 18059 |
hoofdpijn |
koppijn:
koppien (Q111p Klimmen),
pijn in de knots:
pien in der knötsj (Q111p Klimmen)
|
hoofdpijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|