| 17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
de sjouwere optrèkke (Q111p Klimmen),
de sjouweren optrèkke (Q111p Klimmen),
schudderen:
sjöddere (Q111p Klimmen)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 20649 |
schol |
schol:
Veldeke
sjol (Q111p Klimmen),
WLD
sjol (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)]
III-2-3
|
| 22371 |
schommel |
schokkel:
sjokkel (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen)
|
Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || schommel [SGV (1914)] || Schommel.
III-3-2
|
| 22372 |
schommelen |
schokkelen:
sjokkele (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
Schommelen. || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 30482 |
schoof |
schoof:
šǭwf (Q111p Klimmen)
|
Schoof dekstro die geschud is. Het schudden wordt vooral gedaan om onkruid en gebroken halmen uit het stro te verwijderen. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 ev. [N F, 2]
II-9
|
| 21277 |
school |
school:
šŭəl (Q111p Klimmen)
|
school [RND]
III-3-1
|
| 30616 |
schoolbordenverf |
schoolbordenverf:
šuǝlbǫrdǝvęrǝf (Q111p Klimmen),
schoolbordverf:
šuǝlbǫrt˲vɛrǝf (Q111p Klimmen)
|
Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29]
II-9
|
| 21427 |
schoolhoofd |
hoofd:
hoof (Q111p Klimmen),
schoolmeester:
Opm. v.d. invuller: naast het hoofd van de lagere school, ook in de betekenis van de onderwijzer!
d’r sjoeëlmeister (Q111p Klimmen)
|
het hoofd van een lagere school [bovenmeester, bovenkoster] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
ṣu.əlkiŋər (Q111p Klimmen)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
| 21366 |
schoolopziener |
schoolopziender:
sjoilopzeender (Q111p Klimmen)
|
schoolopziener [SGV (1914)]
III-3-1
|