e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ham, hesp hesp: heͅsp (Koersel), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) (a+b)  hesp (Koersel) ham [Goossens 1b (1960)] || hesp [ZND 24 (1937)] III-2-3
hand hand: hānd (Koersel) een hand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
handbeschermer lap: lap (Koersel) Rubber of leren kapje dat men aan de handen schuift om vingers en handpalm te beschermen bij het dragen van stenen. De woordtypen 'handschoe' en 'want' duiden waarschijnlijk een handschoenachtige bescherming aan die de hele hand bedekt. Zie ook het lemma 'handbeschermers' in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten II.8, pag. 59. Over de term handlap merkt Van Houcke (pag. 133) op: ...Is een klein stuk leder met eene of meer dubbele kerven. De kerven vormen als 't ware ringen, waarin de metselaar de vingeren steekt om de hand tegen het slijten door den steen, en voornamelijk door natgemaakten steen, veroorzaakt, te vrijwaren.ø̄ [N 30, 6a; N 30, 6b; monogr.] II-9
handen (kindernamen) polletjes: poͅlləkə (Koersel), poͅləkə (Koersel) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) klauwen: klōͅn (Koersel, ... ), poten: putn (Koersel), putn (?) (Koersel) [N 10 (1961)] III-1-1
handkar handkarretje: hantkɛrkǝ (Koersel) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlanger maneuver: mǝnøvǝr (Koersel), metserdien(d)er: mɛtsǝrdinǝr (Koersel) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] II-9
handpalm palm: paləm (Koersel, ... ) palm van de hand [N 10 (1961)] III-1-1
handschieter pistoletplaat: pestǫlēplǭt (Koersel) Dun plankje waarop de kadetjes of andere broodjes, met twintig tegelijk, de oven worden ingeschoven. Woordtypen als "lange schieter" en "grote zwouw" wijzen erop dat hiervoor ook wel de gewone ovenpaal wordt gebruikt. Vgl. dit lemma met dat van ''ovenpaal''. [N 29, 96b] II-1
handschoen haas: e paar hase (Koersel), en haas (Koersel) een paar handschoenen [ZND 35 (1941)] || handschoen [ZND 35 (1941)] III-1-3