21277 |
school |
school:
de kinner zin noue sjoeal (Q167p Koninksem)
|
de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
20354 |
schoondochter |
schoondochter:
sjŏĕndóchtér (Q167p Koninksem)
|
schoondochter [ZND 06 (1924)]
III-2-2
|
20352 |
schoonmoeder |
schoonmoeder:
sjŏĕnmóójér (Q167p Koninksem)
|
schoonmoeder [ZND 06 (1924)]
III-2-2
|
20150 |
schoonvader |
schoonvaar:
sjŏĕnvaoér (Q167p Koninksem)
|
schoonvader [ZND 06 (1924)]
III-2-2
|
20353 |
schoonzoon |
schoonzoon:
sjŏĕnzóón (Q167p Koninksem)
|
schoonzoon [ZND 06 (1924)]
III-2-2
|
20263 |
schoonzuster |
schoonzuster:
sjŏĕnzujstér (Q167p Koninksem, ...
Q167p Koninksem)
|
schoonzuster [ZND 06 (1924)], [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
33422 |
schop, afdak voor landbouwgereedschappen |
remise:
rǝmīs (Q167p Koninksem),
schuil:
šáu̯l (Q167p Koninksem),
šǫu̯l (Q167p Koninksem),
šǭǝl (Q167p Koninksem)
|
Het gedeelte van de boerderij-gebouwen waarin het los gereedschap, de karren, wagens en werktuigen worden opgeslagen. Soms stond deze bergplaats op zichzelf, maar doorgaans was ze tegen de schuur aangebouwd en bestond ze uit een groot afdak, zonder muren. Scherf is een contaminatie van ''schelf(t)'' en ''scherm''. Schaldij is eigenlijk "binnenplaats". Zie ook de plattegronden bij paragraaf 1.2. [N 5A, 73c en 80a; N 5, 105a, 106 en 107; JG 1a, 1b, 1c, 2a, 2b en 2c; L 1a-m; L B1, 179; L 6, 56 en 57; L 12, 1; L 19a, 11; Gwn 4, 1; S 1 en 50; monogr.]
I-6
|
17961 |
schoppen |
schoppen:
sjoebba (Q167p Koninksem),
šubə (Q167p Koninksem)
|
schoppen [ZND 06 (1924)] || stampen: hoe zegt ge als ge iets met een voetbeweging verwijdert b.v. een hond weg... [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|
22754 |
schoppen in het kaartspel |
schoppen:
sjuppen (Q167p Koninksem)
|
Schoppen: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
21367 |
schot |
schot:
šy(3)̄t, twē šy(3)̄t (Q167p Koninksem)
|
Een schot, twee schoten (van een wapen). [ZND 06 (1924)]
III-3-1
|