20120 |
krols |
lopig:
løͅypex (Q167p Koninksem)
|
moerkat, vrouwlijke kat [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
22701 |
kruidwis wijden |
{ja}:
ja, het bestaat nog
/ (Q167p Koninksem)
|
Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|
26082 |
kruien |
kruiwagelen:
krau̯wǫu̯gǝlǝ (Q167p Koninksem),
varen:
vǭrǝn (Q167p Koninksem)
|
Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.]
I-13
|
19581 |
kruik |
kruik:
krouək (Q167p Koninksem)
|
kruik [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
20712 |
kruim |
mals brood:
malsch brood (Q167p Koninksem)
|
kruim [ZND 29 (1938)]
III-2-3
|
17573 |
kruin |
kruin:
kroon (Q167p Koninksem),
kruintje:
kreunke (Q167p Koninksem),
struif:
strouf (Q167p Koninksem)
|
de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
17649 |
kruis |
kruis:
ei kruis, twee kruisen (Q167p Koninksem),
ei kruis, twee kruissa (Q167p Koninksem),
krø̜i̯.s (Q167p Koninksem)
|
Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14]
I-9, III-3-3
|
23203 |
kruisbeeld |
kruis:
’n kruis (Q167p Koninksem),
lieveheer:
yne lieveneer (Q167p Koninksem)
|
Kruisbeeld. [ZND 22 (1936)]
III-3-3
|
33551 |
kruisbes |
duimkroezel:
daunkroesel (Q167p Koninksem),
kroezel:
krūseͅl (Q167p Koninksem)
|
kruisbes [ZND 16 (1934)]
I-7
|
26823 |
kruiwagen |
kruigel:
krau̯gǝl (Q167p Koninksem),
kruiwagel:
krǫu̯wǭ.gǝl (Q167p Koninksem)
|
Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.]
I-13
|