e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

Gevonden: 1465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peetoom peter: peter (Koninksem), peteren: pi:ətəra (Koninksem), piatra (Koninksem), pīetra (Koninksem), pīeͅtra (Koninksem) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante paat: pauet (Koninksem), poët (Koninksem), pōͅwət (Koninksem), pōͅɛt (Koninksem), pôat (Koninksem) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] || tante (moei) [ZND 11 (1925)] III-2-2
perzik peetsel: padsəla (Koninksem), pi̯adsəla (Koninksem) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
peterselie petersel: pēteͅrsil (Koninksem), pētərsil (Koninksem) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul, dop (znw) schaal: šōͅəl (Koninksem) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: puələ (Koninksem, ... ) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulerwten erwten met de schaal: ā.rtəmeͅtəšōͅəl (Koninksem) [Goossens 1b (1960)] I-7
pijn pijn: pēͅn (Koninksem) pijn [ZND 08 (1925)] III-1-2
pijpensteel spits: spits (Koninksem) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pikbinder zichtmachine: zi.x[machine] (Koninksem) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4