21283 |
kerel |
kerel:
kja.l (Q074p Kortessem),
kjal (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem)
|
een kerel [ZND B1 (1940sq)] || Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] || kerel [RND]
III-3-1
|
20256 |
kerkhof |
kerkhof:
het kerkhof (Q074p Kortessem)
|
Kerkhof. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
22803 |
kermis |
foor:
Tekomede weëk begint de foor in Luik.
foor (Q074p Kortessem),
kermis:
kirəməs (Q074p Kortessem),
kèrmis (Q074p Kortessem),
mergen is `t kermis (Q074p Kortessem),
meurge is `t kermes (Q074p Kortessem)
|
kermis [RND] || Kermis. || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)]
III-3-2
|
22817 |
kermismolen |
houten paard:
puntje onder de o
ən hotəpjààt (Q074p Kortessem),
molentjes:
Sub meule.
meulekes (Q074p Kortessem)
|
Een kermismolen. [ZND B1 (1940sq)] || t Moleke (kermisattractie).
III-3-2
|
22463 |
kermistent |
barak:
ən brak (Q074p Kortessem)
|
Een kermistent. [ZND B1 (1940sq)]
III-3-2
|
34077 |
kern |
kern:
ki̯an (Q074p Kortessem)
|
Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15]
I-11
|
33537 |
kers, zoete soorten |
kers:
keuis (Q074p Kortessem),
meegoed:
meegoed (Q074p Kortessem)
|
I-7
|
33540 |
kersenboom |
kersboom:
keuisboum (Q074p Kortessem)
|
I-7
|
23242 |
kerstmis |
kerstmis:
kjeusemes (Q074p Kortessem),
ky(3)̄jsəməs (Q074p Kortessem),
ky(3)̄əsəməs (Q074p Kortessem)
|
Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)]
III-3-3
|
22457 |
ketelmuziek |
ketelmuziek:
Als n weduwnaar hertrouwde werd er getoet en kètelmezîek gemaakt tot er n ton bier toegezegd werd; het is gebeurd dat, als het bier uitbleef, de ketelmuziek dagenlang bleef duren tot de buurt voldoening kreeg. Er werd lawaai gemaakt door te slaan op alles wat veel geluid kon maken, zoals de repen van n karrewiel, kookpotten, ketels, deksels; natuurlijk was de rêt (ratel) er ook bij.
kètelmezîek (Q074p Kortessem)
|
Ketelmuziek.
III-3-2
|