e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mondvol hang: haŋ (Kortessem), hap: ps. omgespeld volgens Grootaers.  ən hap ōͅfbɛətə (Kortessem) hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)] || mondvol (moffel) [ZND B1 (1940sq)] III-4-4
mooi schoon: sjoun (Kortessem) schoon III-1-4
mopperen grommelen: groemmele (Kortessem) grommelen III-1-4
morel, zure kers noordkers: nordkeuis (Kortessem) I-7
morsen braddelen: Vooral van drank en spijzen.  braddele (Kortessem), foetsen: foetse (Kortessem), klatsen: klatse (Kortessem), knoeien: knoje (Kortessem), knoemelen: knoemele (Kortessem, ... ), smodderen: smoddere (Kortessem) knoeien || morsen III-1-2
motor moteur: motø͂ͅr (Kortessem) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen friemel: Opm. is synoniem voor mùggepîes. ps. dit woord staat niet apart in het boek vermeld!  frîemel (Kortessem), friezel: Vb. alwier van déë friezel, déë ni naot mok (alweer van die regen waarvan ge niet nat wordt).  friezel (Kortessem), miezel: Opm. is synoniem voor mùggepîes. ps. dit woord staat niet apart in het boek vermeld!  mîezel (Kortessem), muggenpis: Vb. doù vúult e wa mùggepîes (er valt wat fijne motregen).  mùggepîes (Kortessem), niffel: Vb. niffel gif gé wetter, ma mok tog naot (de fijne regen geeft weinig water, maar op de duur wordt ge er toch nat van). Opm. is synoniem voor mùggepîes.  niffel (Kortessem), zever: Vb. zeiver in pekskes (er is niets van waar voor motregen als betekenis worden er geen voorbeelden gegeven! Opm. is synoniem voor mùggepîes.  zeiver (Kortessem) druilregen || motregen, fijne regen III-4-4
motregenen, licht regenen miezelen: Opm. is synoniem voor miezere. ps. dit woord staat niet apart in het boek vermeld!  miezele (Kortessem), miezeren: Vb. t is al den heilen doòg al aon t miezere (vóul vies miezerig weër): het is de hele dag aan t motregenen.  miezere (Kortessem), niffelen: (niffelde-geniffeld). Vb. t is wier aon t niffele (t is weer aan t motregenen). Opm. is synoniem voor miezere.  niffele (Kortessem), zeveren: (zeiverde-gezeiverd). Vb. héë kan e stùkske zeivere (hij kan toch zon flauwe praat vertellen). (in de betekenis van licht regenen: t is aon t zeivere). Opm. is synoniem voor miezere.  zeivere (Kortessem) aanhoudend zacht regenen || miezelen, motregenen || motregenen III-4-4
mouw mouw: môuw (Kortessem) mouw III-1-3
muil muil: mou̯l (Kortessem) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9