e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
openbreken opdraaien: ǫpdrɛǝn (Kortessem), openleggen: ōpǝlɛgǝ (Kortessem) De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194] II-3
openbroek met linten snelzeiker: snelzeeker (Kortessem) onderbroek III-1-3
opereren opereren: operere (Kortessem) opereren III-1-2
opgebaard zijn op de walm liggen: obbe walm liege (Kortessem) opgebaard zijn III-2-2
opgooien (tossen) opgooien: Den arbitter goòit op: De scheidsrechter tost.  opgoje (Kortessem), tossen: Den arbitter gèt tòsse: De scheidsrechter gaat tossen (opgooien van muntstuk).  tò`sse (Kortessem) Opgooien. || Tossen (opgooien van muntstuk). III-3-2
ophanger ketteltje: kettelke (Kortessem), snoertje: snurke (Kortessem) Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)] III-1-3
opmaken opdrinken: sən sɛ.ntə updrɛ.iŋkə (Kortessem), opmaken: opmōͅkə (Kortessem), sən sɛ.ntə upmo:kə (Kortessem), opzwelgen: sən sɛ.ntə upzwalgə (Kortessem) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opnieuw beginnen herbeginnen: herbegonnen (Kortessem) opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)] III-1-4
opper mijt: mē̜ǝ.t (Kortessem) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprispen rupselen: rø͂ͅpsələ (Kortessem) Hoe noemt men in uw dialekt oprispen, opbreken van eten of drinken? [DC 47 (1972)] III-1-2