e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
school school: šuəl (Kortessem) school [RND] III-3-1
schoolcijfer punt: péúntə (Kortessem), Wéivuil punte hèt djéë op wiskunde?  punt (Kortessem) cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)] || Punt: Punt. III-3-1
schoolrapport bulletin (fr.): Van Dale: bulletin (Fr.), 3. (in Belg., veroud.) schoolrapport.  béúltè͂ (Kortessem) schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoonouders schoonouders: sjoenaa’s (Kortessem) schoonouders III-2-2
schoonzuster schoonzuster: sjoenzuister (Kortessem) schoonzuster III-2-2
schoot schoot: sjout (Kortessem) schoot III-1-1
schop stamp: stamp (Kortessem) stamp III-1-2
schop, afdak voor landbouwgereedschappen schuil: sxǫu̯l (Kortessem), šau̯ǝl (Kortessem), šǫu̯l (Kortessem), šǭl (Kortessem) Het gedeelte van de boerderij-gebouwen waarin het los gereedschap, de karren, wagens en werktuigen worden opgeslagen. Soms stond deze bergplaats op zichzelf, maar doorgaans was ze tegen de schuur aangebouwd en bestond ze uit een groot afdak, zonder muren. Scherf is een contaminatie van ''schelf(t)'' en ''scherm''. Schaldij is eigenlijk "binnenplaats". Zie ook de plattegronden bij paragraaf 1.2. [N 5A, 73c en 80a; N 5, 105a, 106 en 107; JG 1a, 1b, 1c, 2a, 2b en 2c; L 1a-m; L B1, 179; L 6, 56 en 57; L 12, 1; L 19a, 11; Gwn 4, 1; S 1 en 50; monogr.] I-6
schoppen in het kaartspel schoppen: Sjùppen is troef: Schoppen is troef.  sjùppe (Kortessem) Schuppen: schoppen. III-3-2
schors schors: šots (Kortessem) De ruwe buitenkant van de stam en takken van een boom. In sommige dialecten bestaat er een verschil in benaming tussen de schors van naaldbomen en die van andere bomen. Het betreft de plaatsen Lommel (K 278), Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Hechtel L 352), Peer (L 355), Neerglabbeek (L 367), Houthalen (L 414), Hasselt (Q 2) en Martenslinde (Q 89). De schors van de naaldboom wordt daar met een locale uitspraakvariant van het woordtype schil aangeduid, de schors van andere bomen met die van schors. In Lanklaar (L 422) wordt het woord schaal (šal) alleen voor de schors van dennenbomen gebruikt [N 50, 8a-b; N 75, 83d; A 45, 32; L 34, 54a-b; monogr.] II-12