e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolfseinde topeinde: tǫpɛn (Kwaadmechelen  [(meervoud: tǫpɛn)]  ) Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.] II-9
wolfsgebit, gebroken gebit watertoom: wǭtǝrtum (Kwaadmechelen  [(bij een jong paard)]  ) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wolk alg. wolk: woͅlək (Kwaadmechelen) wolk [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
wolkenbank bank: bāŋk (Kwaadmechelen) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wollen muts (kinderen) potsje: potske (Kwaadmechelen) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
wonde wonde: wonde (Kwaadmechelen) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
wonen houden: IPA, omgesp.  hāwə (Kwaadmechelen), wonen: wøͅnən (Kwaadmechelen) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || wonen [ZND A1 (1940sq)] III-2-1, III-4-1
woord woord: woət (Kwaadmechelen) woord [RND] III-3-1
wormstekig vermaaid: IPA, omgesp.  vərmajt (Kwaadmechelen), vərmajt* (Kwaadmechelen) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
worst worst: wøst (Kwaadmechelen), wøͅst (Kwaadmechelen) worst [ZND 04 (1924)], [ZND A1 (1940sq)] III-2-3