e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

Gevonden: 3537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziek ziek: zik (Kwaadmechelen, ... ) ziek [ZND 39 (1942)] III-1-2
ziekte ziekte: die zikte is besmettelek (Kwaadmechelen), ən besmettelijke zikte (Kwaadmechelen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
zien, kijken kijken: kijken (Kwaadmechelen), zien: zīn (Kwaadmechelen) kijken [ZND 25 (1937)] || zien [RND] III-1-1
zijde spek zij: zēͅ (Kwaadmechelen) zijde spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3
zijden omslagdoek foulard (fr.): valār (Kwaadmechelen) omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)] III-1-3
zijkanten van een peperkoek kanten: kān?ǝ (Kwaadmechelen) Het woordtype "kantkoek" duidt waarschijnlijk op "repen koek" die men van de zijden van gebakken koekdeeg afsnijdt om dit rechthoekig te maken. [N 29, 94c] II-1
zijladder leer: liǝr (Kwaadmechelen), leren: liǝrǝ (Kwaadmechelen) Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.] I-13
zijladders van de oude kar leren: liǝrǝ (Kwaadmechelen) De open ladderachtige constructies aan de zijkanten van de oude hooikar. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s a en b. Het lemma bevat alleen meervouden. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel øhooiŋ zie het lemma ''hooi''.' [N 17, 12a en 30b; A 26, 2a; Lu 4, 2a] I-3
zijspleet in de overrok slip: slip (Kwaadmechelen, ... ) zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)] III-1-3
zijtak zijtak: IPA, omgesp.  zɛtak (Kwaadmechelen) Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)] III-4-3