e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enkel enkel: ènkel (Laak) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enten gruffelen: gruffele (Laak) [SGV (1914)] I-7
etter etter: etter (Laak) etter [SGV (1914)] III-1-2
flikflooien flikflooien: flikflooie (Laak) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Laak) fluim [SGV (1914)] III-1-2
fluweel, velours velours: flūr (Laak) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
franje franjel: fraanjel (Laak), frānjǝl (Laak) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fruit koken fruit koken: fruit koken (Laak) Het koken van het soms fijngemaakte fruit. [N 57, 11] II-2
fuik fuik: foek (Laak) fuik [SGV (1914)] III-3-2
gaan gaan: gaon (Laak) gaan [SGV (1914)] III-1-2