e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slang slang: slang (Laar) slang III-4-2
slappe koffie foezel: foezel (Laar), klaterjanus: klaaterjaanes (Laar), schotelswater: schootelswaater (Laar), schotelwater: schoeëtelwaater (Laar), schootelwaater (Laar) slappe koffie || slechte koffie III-2-3
slecht mens, slechte kerel filou (fr.): fieloe (Laar), schoft: schóft (Laar), schurk: schörrek (Laar) schoft, schurk || schurk III-1-4
slechte drank bocht: Det lös ich neet mieër, det és bócht  bócht (Laar) slechte waar of drank III-2-3
slechtgehumeurd (zijn) de bokkenpruik op hebben: de bókkepruûk ophebbe (Laar), nies: niês (Laar) slechtgehumeurd || slechtgehumeurd zijn III-1-4
sleutelbloem kerksleuteltje: kêrksluuëtelkes (Laar), koekenbloemetje: kookebleumke (Laar), pannenbloem: primula veris  pannebloom (Laar) primula || sleutelbloem III-4-3
slijpsteen slijpsteen: slī.pstęj.n (Laar), wetsteen: wętstęj.n (Laar) Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.] II-11
slim lozig: loezig (Laar), slim: slûm (Laar), slûmp (Laar), vernistig: finistig (Laar) slim III-1-4
slimmerik linkmiechel: linkmiechel (Laar), uitgekookte, een -: oetgekoeëkdje (Laar) slimme, geraffineerde vent || slimmerd III-1-4
slok slok: slók (Laar) slok III-2-3