20174 |
voogd |
momber:
moômer (L288b Laar)
|
voogd
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
betoepen:
betoepe (L288b Laar)
|
bedotten, voor de gek houden
III-1-4
|
20409 |
voornaam |
voornaam:
vuur’naam (L288b Laar),
= naam, voornaam
vuuërnaam (L288b Laar)
|
voornaam
III-2-2
|
20191 |
voorouder(s) |
voorzaten:
vuurzaate (L288b Laar)
|
voorouders
III-2-2
|
25471 |
voorschoot |
wabel:
wābǝl (L288b Laar)
|
De doorgaans van leer vervaardigde voorschoot van de smid en loodgieter. [N 33, 4; N 64, 163a; L B1, 65c; monogr.]
II-11
|
34611 |
vork van de wagen |
vork:
vø̜rǝk (L288b Laar)
|
Het geheel van de twee schuin naar achter lopende balken die boven het asblok bevestigd zijn en waartussen aan de voorzijde de dissel is geplaatst. Deze balken maken deel uit van het voorstel van de langwagen. [N 17, 44b; N G, 70e; JG 1b; JG 1d]
I-13
|
20220 |
vriend, kameraad |
kameraad:
kammeraot (L288b Laar)
|
kameraad
III-2-2
|
18852 |
vriendelijk |
gesprekelijk:
gesprieëkelik (L288b Laar),
vriendelijk:
vrîntelek (L288b Laar),
vrûntelek (L288b Laar)
|
vriendelijk
III-1-4
|
25203 |
vriesweer |
vriesweer:
vreeswaer (L288b Laar)
|
vriesweer
III-4-4
|