e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong varken bag: bak (Lanaken), baggen (mv.): bage (Lanaken), baqǝ (Lanaken), bagje: bɛkskǝ (Lanaken) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gai̯skǝ (Lanaken), jonge gans: joŋk gās (Lanaken), jōn gas (Lanaken) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Lanaken) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Lanaken, ... ), joong (Lanaken, ... ), jóóng (Lanaken, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongste kind bedorven kindje: bədorvə kintje (Lanaken), ponnetje: poonnekə (Lanaken) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles hoever: hø̄fǝr (Lanaken) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jongste vogeltje uit het nest kakjong: kakjong (Lanaken) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jood jood: joet, joede (Lanaken, ... ), ənə jud, twi jødə (Lanaken, ... ), ənə jut, twī judə (Lanaken, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ənə jy(3)̄das (Lanaken), de u wordt zeer lang getrokken  ene Judas (Lanaken), j als ja  ənə Jy(3)̄das (Lanaken) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw juffrouw: ju⁄ffrouw (Lanaken), jyffrōͅw (Lanaken), jøffrouw (Lanaken) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1