e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trap trap: trap (Lanaken, ... ) trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
trapleuning leun: lø̄n (Lanaken), leuning: lø̄neŋ (Lanaken) Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.] II-9
trapnaaimachine stikmachine: stekmǝšin (Lanaken) Naaimachine die men door trapbewegingen van de voet in beweging zet. [N 59, 17b] II-7
trechter trechter: trechter (Lanaken) trechter [ZND 08 (1925)] III-2-1
trechter op de gierton inloop: e.nlø̜i̯.p (Lanaken), trechter: trɛxtǝr (Lanaken) In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
treeft roostertje: rȳstǝrkǝ (Lanaken) Rooster om een heet ijzer op te zetten. De informant van Q 83 gebruikt als onderzetter meestal een (schoen)zool. Zie afb. 18. [N 59, 22] II-7
treiteren faradien: farətdzjijjə (Lanaken), judassen: īmənd jy(3)̄dassə (Lanaken), judasse (Lanaken), judassen (Lanaken), koeioneren: īmənd kujənērə (Lanaken), pesten: pesten (Lanaken), plagen: īmant plōͅgə (Lanaken), īmənd ploͅgə (Lanaken), plōͅgə (Lanaken), plőgen (Lanaken), tempteren: īmənd teͅmtērə (Lanaken), treiteren: treiteren (Lanaken) Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)] || Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)] III-1-4
trek, eetlust appetijt: apetit (Lanaken), zin voor te eten: zēn vør tə ēͅtə (Lanaken) hij heeft geen eetlust meer [ZND 34 (1940)] III-2-3
trekhaken, -ogen ogen: ou̯.gǝ (Lanaken) IJzeren haken of ogen die aan de voorkant van het haam aan de haamijzers of treiten bevestigd zijn, op elke haamspaan een. Aan die haken of ogen worden de strengen bevestigd waarmee het paard trekt. Er zijn hamen met ogen, dan hebben de strengen aan het uiteinde haken, heeft het haam daarentegen haken, dan zijn de strengen aan het uiteinde van ogen voorzien. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 6a en 6b; N 36, 12] I-10
trekharmonica monica: moneka (Lanaken), monica (Lanaken), monəcā (Lanaken), trekmonica: trèkmoneka (Lanaken), trekzak: trèkzak (Lanaken) Hoe heet het populaire muziekinstrument, dat uit een vierkante blaasbalg bestaat, die met beide handen wordt ineengedrukt of uitgetrokken, terwijl de vingers toesten neerdrukken? [ZND 26 (1937)] III-3-2