e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fuut fuut: Frings; half lang als lang omgespeld  fy(3)̄ət (Lanklaar) fuut (48 bruine kuif en kraag; alleen op grote vennen en plassen; zomervogel [N 09 (1961)] III-4-1
gaan gaan: goo-ën (Lanklaar), gōn (Lanklaar, ... ) gaan [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaar murg: møͅrəx (Lanklaar) murw (gaar gekookt) [ZND A1 (1940sq)] III-2-3
gaaskap gaaskap: gāskap (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]) De gaaskap of gaaskorf die zich onder de kooi van de veiligheidslamp bevindt. [N 95, 247; monogr.] II-5
gaatje voor de schoenveter rijggat: rījātər (Lanklaar) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gadeslaan? gadeslaan: zien zake gaonslaen (Lanklaar) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
galerij voie/vôye: vuj (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Mijngang in de kool of het gesteente, nagenoeg volgens de strekking van de koollaag. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat een galerij evenwijdig aan de laag of door de laag werd gedreven. Een evenwijdig aan de laag gedreven gang, een steengalerij, kon dienst doen als watergalerij. Galerijen in de laag konden zowel "toevoergalerij" als "afvoergalerij" zijn. Soms was een "afvoergalerij" later de "toevoergalerij" voor een andere pijler in diezelfde laag, terwijl het omgekeerde ook kon voorkomen. [N 95, 372; N 95, 383; monogr.; Vwo 69; Vwo 332; Vwo 845] II-5
galerijuitsnijding bossèyemint: bujǝmɛnt (Lanklaar  [(Eisden)]   [Eisden]) Het definitieve profiel van een galerij, het resultaat dat ontstaat wanneer het nevengesteente verwijderd is. Zie ook het lemma Nevengesteente Verwijderen. [N 95, 927; Vwo 131; Vwo 191; Vwo 256; Vwo 334; Vwo 447; Vwo 839; monogr.] II-5
galgenaas bocht: [sic]  bocht (Lanklaar), crapule (fr.): krapul (Lanklaar, ... ), gepeupel: gëpeuëpël (Lanklaar), gëpéuëpël (Lanklaar), janhagel: janhaagël (Lanklaar, ... ), nazi: [nazi?, rk]  naasie (Lanklaar), schabberd: [sic] WNT schobberd  chabbert (Lanklaar), vagebond (<fr.): vagebound (Lanklaar) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] || galgenaas [ZND 01 (1922)] III-3-1
galmgaten galmgaten: galmgate (Lanklaar) Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)] III-3-3