24149 |
fuut |
fuut:
Frings; half lang als lang omgespeld
fy(3)̄ət (L422p Lanklaar)
|
fuut (48 bruine kuif en kraag; alleen op grote vennen en plassen; zomervogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17807 |
gaan |
gaan:
goo-ën (L422p Lanklaar),
gōn (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar)
|
gaan [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20530 |
gaar |
murg:
møͅrəx (L422p Lanklaar)
|
murw (gaar gekookt) [ZND A1 (1940sq)]
III-2-3
|
28225 |
gaaskap |
gaaskap:
gāskap (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De gaaskap of gaaskorf die zich onder de kooi van de veiligheidslamp bevindt. [N 95, 247; monogr.]
II-5
|
18345 |
gaatje voor de schoenveter |
rijggat:
rījātər (L422p Lanklaar)
|
gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21557 |
gadeslaan? |
gadeslaan:
zien zake gaonslaen (L422p Lanklaar)
|
Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
26073 |
galerij |
voie/vôye:
vuj (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Mijngang in de kool of het gesteente, nagenoeg volgens de strekking van de koollaag. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat een galerij evenwijdig aan de laag of door de laag werd gedreven. Een evenwijdig aan de laag gedreven gang, een steengalerij, kon dienst doen als watergalerij. Galerijen in de laag konden zowel "toevoergalerij" als "afvoergalerij" zijn. Soms was een "afvoergalerij" later de "toevoergalerij" voor een andere pijler in diezelfde laag, terwijl het omgekeerde ook kon voorkomen. [N 95, 372; N 95, 383; monogr.; Vwo 69; Vwo 332; Vwo 845]
II-5
|
27827 |
galerijuitsnijding |
bossèyemint:
bujǝmɛnt (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Het definitieve profiel van een galerij, het resultaat dat ontstaat wanneer het nevengesteente verwijderd is. Zie ook het lemma Nevengesteente Verwijderen. [N 95, 927; Vwo 131; Vwo 191; Vwo 256; Vwo 334; Vwo 447; Vwo 839; monogr.]
II-5
|
21314 |
galgenaas |
bocht:
[sic]
bocht (L422p Lanklaar),
crapule (fr.):
krapul (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar),
gepeupel:
gëpeuëpël (L422p Lanklaar),
gëpéuëpël (L422p Lanklaar),
janhagel:
janhaagël (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar),
nazi:
[nazi?, rk]
naasie (L422p Lanklaar),
schabberd:
[sic] WNT schobberd
chabbert (L422p Lanklaar),
vagebond (<fr.):
vagebound (L422p Lanklaar)
|
Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] || galgenaas [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
23265 |
galmgaten |
galmgaten:
galmgate (L422p Lanklaar)
|
Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|