id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19654 | hoofdkussen | kopkussen: koͅpkyəsə (Leopoldsburg) | hoofdkussen [ZND 27 (1938)] III-2-1 |
24344 | hoofdluis | haarluis: ōͅrlø͂ͅs (Leopoldsburg), luis: lø͂ͅs (Leopoldsburg), lø͂ͅzə (Leopoldsburg) | hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2 |
18059 | hoofdpijn | koppijn: koppijn (Leopoldsburg), koppɛjn (Leopoldsburg), kopɛ.n (Leopoldsburg), pijn in de kop: pɛjn inneͅ kop (Leopoldsburg) | Hoofdpijn. Ik heb hoofdpijn. [Lk 05 (1955)] || ik heb hoofdpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2 |
32658 | hoofdplaat | schijf: sxę̄f (Leopoldsburg) | De hoofd- of zijplaat, ook wel tegenzool of grondweerplaat genoemd, is een terzijde van de ploegzool aangebrachte ijzeren plaat, die niet alleen als versterking van de ploegzool dient, maar ook en vooral de wand van de voor moet glad strijken om te verhinderen dat deze afbrokkelt en er aarde in de ruimte van het ploeglichaam valt. Soms stond deze plaat van boven in verbinding met de ploegboom. Sommige van de onderstaande termen worden ook in het lemma PLOEGBOOMBESLAG aangetroffen. Ze lijken vooral op de versterking van de poegzool te wijzen. I-1 |
23341 | hoofdtooi van communiemeisjes | voile (fr.): fūəl (Leopoldsburg) | Sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes. [N 25 (1964)] III-3-3 |
24720 | hoofdwortel | penwortel: penwortel (Leopoldsburg) | Hoe noemt u: de hoofdwortel, die in het verlengde van de stam en sterk in de diepte groeit (pen, penwortel, paalwortel, pin?) [N 75 (1975)] III-4-3 |
21868 | hoog | opbod: opbod (Leopoldsburg) | het bedrag waarmee men het bod verhoogt (door bijv. als verkoper mee te bieden) op een veiling [hoog] [N 89 (1982)] III-3-1 |
23248 | hoog tijd | hoge tijd: uəgənteəjt (Leopoldsburg) | Het is hoogtijd (dat we gaan). [ZND 27 (1938)] III-3-3 |
23210 | hoogdag | heiligedag: dḁzənvīəreləgədāəgə (Leopoldsburg), hoogdag: dḁzənvīəruəchdāəgə (Leopoldsburg) | Zeg in dialect: Er zijn vier hoogdagen (grote feestdagen). [ZND 27 (1938)] III-3-3 |
23277 | hoogmis | hoogmis: də hu.əchmis (Leopoldsburg) | hoogmis [RND] III-3-3 |