21730 |
beslag |
beslag:
beslag (K317p Leopoldsburg)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21673 |
besteden |
besteden:
besteden (K317p Leopoldsburg)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
besteken:
besteken (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
schenken:
schenken (K317p Leopoldsburg)
|
Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
bestellen (K317p Leopoldsburg)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
bestemmen:
bestemmen (K317p Leopoldsburg)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21875 |
betaling |
betaling:
betaling (K317p Leopoldsburg)
|
de betaling voor bijv. geleverde goederen [paai] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18845 |
beteuterd |
(een) mond vol tanden:
ook materiaal znd 32, 67
mont vol tandeͅ (K317p Leopoldsburg),
beteuterd:
beteuterd (K317p Leopoldsburg),
gepakt:
hij was gepakt (K317p Leopoldsburg),
ook materiaal znd 32, 67
gepakt (K317p Leopoldsburg),
ontgoocheld:
ontgoocheld (K317p Leopoldsburg)
|
beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] || op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21516 |
betrappen |
betrappen:
betrappen (K317p Leopoldsburg),
vatten:
fḁleͅ (K317p Leopoldsburg),
verrassen:
veͅra[ə}sse (K317p Leopoldsburg)
|
betrappen [ZND 32 (1939)] || een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25106 |
betrekken (lucht) |
overtrekken:
overtrekt.
ovərtreͅkt (K317p Leopoldsburg)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18157 |
betten van een wonde |
lessen:
lēͅse (K317p Leopoldsburg)
|
een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|