26705 |
uitgeveende grond |
turfkuil:
tørǝfkø̜l (K317p Leopoldsburg)
|
Grond of plek waaruit het veen is weggehaald. [N 27, 18c]
II-4
|
17854 |
uitglijden |
uitschuiven:
ətsxə:və (K317p Leopoldsburg)
|
uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21386 |
uithoren |
uithoren:
uithoren (K317p Leopoldsburg)
|
door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21391 |
uitleggen |
expliceren (<fr.):
explikeren (K317p Leopoldsburg),
uitleggen:
uitleggen (K317p Leopoldsburg)
|
duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
22773 |
uitmaken wie mag beginnen |
aftellen:
aftələ (K317p Leopoldsburg),
opgooien:
wie gaot op (K317p Leopoldsburg),
zien wie dat er aan is:
zĕən wṇ datər āən is (K317p Leopoldsburg)
|
Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
18311 |
uitneembaar frontje |
devant (fr.):
(Fr.)
devant (K317p Leopoldsburg),
devant
dəva͂ (K317p Leopoldsburg)
|
frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21452 |
uitnodigen |
inviteren (<fr.):
inviteren (K317p Leopoldsburg),
noden:
nuəjə (K317p Leopoldsburg),
verzoeken:
vərzuəkə (K317p Leopoldsburg)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] || uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21445 |
uitschelden |
uitjochten:
plat
øtjochejtə (K317p Leopoldsburg),
uitmaken:
uithaken (K317p Leopoldsburg),
ətmakə (K317p Leopoldsburg),
uitschijten:
uitscheite (K317p Leopoldsburg)
|
iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)] || Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
18108 |
uitslag onder de neus |
uitslag:
ətslag (K317p Leopoldsburg)
|
Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22343 |
uitsliepen |
uitsliepen:
uitsliepen (K317p Leopoldsburg)
|
Iemand bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen [sliep uit, sliep uit]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|