33339 |
paardsknecht, eerste knecht |
paardsknecht:
pɛrts[knecht] (L289b Leuken)
|
Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.]
I-6
|
21689 |
pacht? |
huur:
de heur (L289b Leuken),
pacht:
pacht (L289b Leuken)
|
pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21690 |
pachten |
pachten:
pechte (L289b Leuken)
|
pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24362 |
pad |
zwelpad:
zwelpet (L289b Leuken)
|
pad
III-4-2
|
33037 |
pad aanmaaien |
(zwad, enz.) aanmaaien:
ānmɛi̯ǝ (L289b Leuken)
|
Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b]
I-4
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
paddenkaas:
peddekiës (L289b Leuken)
|
paddestoel
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
opgeblazen (dik):
opgeblaoze (L289b Leuken),
papperig (dik):
papperig (L289b Leuken)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24293 |
paling, aal |
aal:
mv. äöl, dim. äölke
aol (L289b Leuken),
paling:
ook: aol
paoling (L289b Leuken)
|
aal, paling || paling
III-4-2
|
24489 |
palmboompje |
palm:
pâllem (L289b Leuken)
|
palm
III-4-3
|
32736 |
pand, bed |
bed:
bęt (L289b Leuken),
de volgende opgaven zijn meervoud
będǝ(n) (L289b Leuken)
|
Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e]
I-1
|