e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herfstsering kermisbloem: kêrmesbloom (Leuken) floks III-2-1
herik herik: haerik (Leuken) herik III-4-3
hermelijn fluwijn: flewiên (Leuken) hermelijn, wezel III-4-2
het hooi is binnen is binnen: es˱ benǝ (Leuken) Gevraagd werd naar de dialekt-weergave van de uitdrukking "Het hooi is binnen". In Q 100 vult de zegsman dan aan: "Het hooi is onder de pannen ... en den erme man is oet de sjuur." Het onderwerp van de gegeven uitdrukkingen is steeds: hooi. [N 14, 127] I-3
het huwelijk ontbinden scheiden: scheî-je (Leuken) scheiden III-2-2
het land aftreden aftreden: aftrę̄i̯ǝ (Leuken) Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.] I-1
het voorrijzen in de trog gaan: gǭn (Leuken), rijzen: rīzǝ (Leuken) Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (¬± 50 kg). De gist (¬± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a] II-1
het vuur aansteken aandoen: āndō.n (Leuken), aansteken: ānstēͅkə (Leuken), vinken: ve.ŋkə (Leuken) aansteken || ontsteken III-2-1
hete bliksem hete bliksem: heite bliksem (Leuken), Syst. WBD  hète bliksem (Leuken) stamppot van aardappelen en appelen, zo genoemd omdat die erg heet wordt opgediend || Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)] III-2-3
heten heten: heîte (Leuken) noemen, heten III-2-2