18647 |
huifkar |
huifkar:
hūfkar (L211p Leunen)
|
Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.]
I-13
|
18876 |
huilen |
beuken:
bäöke (L211p Leunen),
is wat lomper; wordt meer door mannen gebruikt
bööke (L211p Leunen),
huilen:
hule (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
schreeuwen:
schrewwe (L211p Leunen),
schröwwe (L211p Leunen),
meer door vrouwen gebruikt
schrewwe (L211p Leunen)
|
huilen ve hond of wolf || huilen, schreien || huilen: kinderen bij pijn/verdriet; volwassenen [DC 17 (1949)] || overmatig huilen || schreien, huilen
III-1-4, III-2-1
|
19068 |
huilen, schreien |
schreeuwen:
schrêwe (L211p Leunen)
|
schreien [SGV (1914)]
III-1-4
|
19693 |
huis, woning |
huis:
huus (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
Hoe langer hoe wieër van huus rake: steeds verder van het gestelde doel raken Ieder huus hit zien kruus: iedere familie kent wel eens zorgen en verdriet HuËs zien kruËs: wie huizen verhuurt heeft altijd last en ongemak
huus (L211p Leunen),
knip:
wat is dat toch een âlde knip
knip (L211p Leunen)
|
benaming voor een huis || huis [SGV (1914)] || woning
III-2-1
|
19673 |
huishouden |
huis:
hūūs (L211p Leunen)
|
huishouden [SGV (1914)]
III-2-1
|
24533 |
huislook |
huislook:
huusloeëk (L211p Leunen),
putlook:
vetplantje
putloeëk (L211p Leunen)
|
huislook, daklook || putlook
III-4-3
|
24172 |
huismus, mus |
korenmus:
kormus (L211p Leunen),
korenzeiker:
korrezejker (L211p Leunen),
mus:
musch (L211p Leunen),
mussche (L211p Leunen)
|
huismus || musch [SGV (1914)] || musschen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-1
|
19724 |
huisraad, inboedel |
huisraad:
huusraod (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
meubilair:
mubbelaer (L211p Leunen)
|
huisraad || inventaris van het huis || meubilair
III-2-1
|
24389 |
huisvlieg, vlieg |
huisvlieg:
huusvlīēg (L211p Leunen),
vlieg:
vliēg (L211p Leunen),
vlīēg (L211p Leunen)
|
huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)]
III-4-2
|
17997 |
huiveren |
huiveren:
huvere (L211p Leunen)
|
huiveren [SGV (1914)]
III-1-2
|