e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruimenvlaai pruimenvlaai: proemeflaaj (Leunen) pruimevlaai III-2-3
pruis pruis: Pruis (Leunen) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruisen: Pruise (Leunen) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutsen doddelen: doedele (Leunen), froemelen: froemele (Leunen), hampelen: hámpele (Leunen), ineenflansen: ienén flânse (Leunen), ineenflatsen: ienén flatse (Leunen), ineenfleren: cf. VD p. 776, s.v. "fleren  ienén flaere (Leunen), ineenkloten: ienén kloeëte (Leunen), klooien: klojje (Leunen), kloten: kloeëte (Leunen), klungelen: klungele (Leunen), knommelen: Mar.: Contaminatie van klommelen en knoeien? cf. Schuermans p. 256 s.v. "klommel"= "iemand of iets van weinige, van geen waarde..... Vanhier t o.w. klommelen......den tijd met beuzelarijen overbrengen, niets goeds verichten... Vanhier nog klommeleer, geklommel, verklommelen, d.i. bederven, verspillen (Limb.)  knoemele (Leunen), trontelen: tròntele (Leunen) klooien, prutsen, klunzen, klungelen || knutselen, prutsen || met veel moeite en slordig in elkaar zetten || onhandig doen || prutsen || prutsen, aanklooien || slordig in elkaar zetten || slordig, vlug in elkaar prutsen || werk doen dat geen zin heeft, ondeugdelijk werk doen III-1-4
prutser hampelaar: hámpeler (Leunen), klooierd: klojjerd (Leunen), pieler: pieler (Leunen), sukkelaar: sukkeler (Leunen) iemand die veel prutst, klungelt etc. || onhandig persoon, onnozele || prutser || sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
prutswerk blagengedoe: blagegedoej (Leunen), knommelarij: Mar.: Contaminatie van klommelen en knoeien? cf. Schuermans p. 256 s.v. "klommel"= "iemand of iets van weinige, van geen waarde..... Vanhier t o.w. klommelen......den tijd met beuzelarijen overbrengen, niets goeds verichten... Vanhier nog klommeleer, geklommel, verklommelen, d.i. bederven, verspillen (Limb.)  knoemelereej (Leunen), pielwerk: piel(e)waerk (Leunen) prutswerk || waardeloos werk III-1-4
puber hangoor: hángoeër (Leunen) opgroeiende jongen/meisje III-2-2
pudding podding: podding (Leunen) pudding III-2-3
puimsteen puimsteen: pȳmstiǝn (Leunen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Leunen) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3