19080 |
dienst |
dienst:
dienst (L211p Leunen, ...
L211p Leunen)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
24300 |
dier, beest |
dier:
dīēr (L211p Leunen)
|
dier [SGV (1914)]
III-4-2
|
33603 |
dieven, van scheuten |
dieven:
overtollige scheuten weghalen
diēve (L211p Leunen),
pluizen:
zijscheuten v planten wegnemen
plūze (L211p Leunen)
|
dieven v planten || dieven, pluizen
I-7
|
17676 |
dij |
bats:
bats (L211p Leunen),
dij:
deej (L211p Leunen),
deeje (L211p Leunen)
|
dij [SGV (1914)] || dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || dijen [SGV (1914)]
III-1-1
|
20916 |
dille |
venneke:
vinneke (L211p Leunen),
éénjarige schermbloemkruid gebruikt bij het inmaken van augurken en komkommers
vinneke (L211p Leunen)
|
dille
I-7, III-2-3
|
24899 |
dinsdag |
dinsdag:
ok koom Dinsdag (L211p Leunen)
|
Dinsdag [ik kon ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
22382 |
dobbelsteen |
dobbelsteen:
dobbelst...n (?) (L211p Leunen)
|
dobbelsteen [SGV (1914)]
III-3-2
|
22415 |
dobber |
dobber:
dobber (L211p Leunen)
|
dobber [SGV (1914)]
III-3-2
|
20332 |
dochter |
dochter:
daochter (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
dōͅchter (L211p Leunen),
maagdje:
megje (L211p Leunen)
|
(dochter;) Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || dochter [DC 03 (1934)] || dochter; (Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20419 |
dode |
dode:
dojje (L211p Leunen),
lijk:
liek (L211p Leunen),
overledene:
ovverleejene (L211p Leunen),
J(onger) V(enraays)
overledene (L211p Leunen)
|
de overledene || een dode (zn) || lijk || overledene
III-2-2
|