e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit bewaren muiken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  meken (Linkhout) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3
fruitworm appelmade: apəlmoͅi̯ (—moͅwə) (Linkhout) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
futloze jongen lummel: das ne lummel (Linkhout), der is n lummel (Linkhout) Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)] III-1-4
gaan gaan: goin (Linkhout) gaan [ZND m] III-1-2
gaatje voor de schoenveter rijggat: reͅxgoͅətər (Linkhout), schoengat: sxoͅungoͅatər (Linkhout) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gadeslaan? gadeslaan: zen zake goasloen (Linkhout) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gaffel gaffel: de gaffel (Linkhout), de gaffel tauzetten (Linkhout) Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)] III-3-2
gaffelreep reep van het luiwerk: reep van het luiwerk (Linkhout) Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46] II-3
gaffelwiel, gaffelrad gaffelwiel: gaffelwiel (Linkhout) Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l] II-3
galgenaas lorejas: Van Dale: lorejas, (gew.) deugniet, schelm; leegloper; lomperd.  lorejas (Linkhout) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] III-3-1